De Tweede Kamer steunt het afschaffen van tijdelijke huurcontracten. Dit initiatief, voorgesteld door de PvdA en de ChristenUnie, heeft als doel de huurbescherming in Nederland te vergroten. Huurders krijgen meer zekerheid, maar voor verhuurders heeft de wet negatieve gevolgen. In dit artikel lichten we de gevolgen van het afschaffen van tijdelijke huurcontracten toe, en belichten we enkele manieren waarop verhuurders nog steeds tijdelijke verhuur kunnen toepassen.
De afschaffing van tijdelijke huurcontracten is in de eerste plaats bedoeld om huurders te beschermen. Een zelfstandige woonruimte kan nu tot maximaal 2 jaar verhuurd worden, waardoor sommige huurders regelmatig moeten verhuizen. Dit zorgt voor onzekerheid, stress, en hoge verhuiskosten. De afschaffing van tijdelijke huurcontracten moet daarom de bestaanszekerheid van huurders vergroten.
Er zijn echter ook negatieve gevolgen aan het wetsvoorstel verbonden. Woningeigenaren die hun woning tijdelijk verlaten hebben nu niet meer de mogelijkheid om de woning tijdelijk voor verhuur aan te bieden. Ze zullen deze eerder leeg laten staan, waardoor de woningmarkt krapper wordt. Daarnaast kan het afschaffen van tijdelijke huurcontracten de doorstroming op de woningmarkt belemmeren. Door tijdelijke contracten kunnen woningzoekenden sneller een woning vinden. Wanneer deze mogelijkheid wegvalt, kan de doorstroming stagneren en moeten zij langer op een woning wachten. Voor veel huurders geldt dat een tijdelijke woning nog altijd beter is dan geen woning.
Hoewel tijdelijke huurcontracten worden afgeschaft, zijn er nog steeds enkele manieren waarop verhuurders tijdelijke verhuur kunnen toepassen.
Mensen die besluiten samen te gaan wonen, willen soms hun andere woning niet direct verkopen. In dit geval mag de woning die vrijkomt gebruikt worden voor tijdelijke verhuur. Ook mag verhuur aan een familielid gebruikt worden als opzeggingsgrond, maar enkel na goedkeuring door een rechter.
In bepaalde gevallen kan de verhuurder of de vorige huurder tijdelijk terugkeren naar de woning. Deze manier van verhuren staat ook wel bekend als tussenhuur of de diplomatenclausule. Dit kan voorkomen wanneer de verhuurder bijvoorbeeld tijdelijk in het buitenland verblijft of wanneer de vorige huurder nog niet direct een nieuwe woning heeft gevonden. Het biedt flexibiliteit en maakt efficiënt gebruik van bestaande huurwoningen mogelijk.
In sommige gevallen kan tijdelijke verhuur plaatsvinden aan specifieke doelgroepen voor dringend eigen gebruik. Dit kan onder andere gelden voor jongeren, studenten, promovendi, ouderen en gehandicapten. Door tijdelijke huurcontracten aan te bieden aan deze doelgroepen, kan de vraag naar passende huisvesting beter worden bediend en kunnen deze groepen beter worden ondersteund.
Tijdelijke verhuur voor korte periodes, zoals vakantieverhuur, blijft mogelijk. Het biedt huiseigenaren de kans om hun woningen tijdelijk te verhuren aan vakantiegangers of tijdelijke bezoekers. Dit kan bijdragen aan de toeristische sector en de lokale economie.
Volgens de Leegstandswet kunnen woningen tijdelijk worden verhuurd om onnodige leegstand te voorkomen en te verminderen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer een woning te koop staat, gerenoveerd wordt of wacht op sloop. Door tijdelijke verhuur toe te staan, kan de leegstand van woningen worden tegengegaan en wordt er efficiënter gebruik gemaakt van de bestaande huisvesting.
Eerder voorgestelde uitzonderingen, zoals tijdelijke verhuur voor (studenten)kamers van maximaal vijf jaar, en de algehele clausule voor verkoop en verhuur aan familie, zijn door middel van amendementen uit het wetsvoorstel gehaald.