De nieuwe bedragen en grenswaarden voor de huursector in 2025 zijn vastgesteld. Dit betreft onder meer de maximale huurprijsgrenzen, WOZ-waarden binnen het woningwaarderingsstelsel (WWS), de sociale huurgrens en de liberalisatiegrens. Deze worden jaarlijks aangepast op basis van indexering en zijn vooral van belang voor verhuurders van woningen.
De maximale huurprijsgrenzen bepalen welke huurprijs gevraagd mag worden bij een bepaald aantal punten. Deze worden per 1 januari 2025 aangepast aan de inflatie van juli 2023 tot juli 2024, die 2,32% bedraagt. Het bedrag wordt naar boven afgerond op hele centen.
De maximale huurprijsgrens bij 143 punten voor zelfstandige woningen stijgt per 1 januari 2025 met €0,08 naar €879,66, gelijk aan de huurtoeslaggrens. Na indexering komt deze grens uit op €900,07, wat tevens de nieuwe bovengrens voor sociale huur is.
Met deze aanpassing blijft de bovengrens voor sociale huur gelijk aan de maximale huurprijsgrens bij 143 punten. Hierdoor zijn vanaf 144 punten woningen beschikbaar voor verhuur in het middensegment. Dit zorgt voor duidelijkheid voor zowel verhuurders als huurders.
Zelfstandige woningen
De WOZ-waarden in het WWS worden per 1 januari 2025 aangepast aan de gemiddelde stijging van eigenwoningwaarden tussen 1 januari 2022 en 1 januari 2023. Deze landelijke stijging bedraagt 5,4%.
Onzelfstandige woningen (kamers)
De WOZ-waarde per m² wordt per 1 januari 2025 aangepast op basis van regionale veranderingen in eigenwoningwaarden (COROP-regio’s). Nieuw in de regeling is een kolom voor WOZ-beschikkingen 2024 (peildatum 1 januari 2023).
De liberalisatiegrens voor zelfstandige woningen is sinds 1 juli 2024 gekoppeld aan de maximale huurprijsgrens bij 186 punten. Voor 2025 komt deze grens op €1.184,82 per maand.
Belangrijk: de beginhuurprijs bepaalt of een huurcontract geliberaliseerd is, niet de huidige huurprijs. Deze beginhuur is de huurprijs bij de ingangsdatum van het contract en wordt vergeleken met de toen geldende liberalisatiegrens.